Deze week werden de PISA-resultaten gepresenteerd (Meelissen et al., 2023). Ik hoef jullie niet te vertellen dat deze resultaten zorgelijk zijn en dat onze leerlingen steeds minder goed leren lezen en rekenen. Evenmin hoef ik jullie uit te leggen dat dit niet de eerste keer is dat de noodklok wordt geluid. Zowel de Onderwijsinspectie als rapporten van internationale onderzoeken wijzen al ons al jarenlang op de zorgelijke situatie waarin het onderwijs verkeert (Inspectie van het Onderwijs, 2023; Meelissen et al., 2023). Je zou er bijna moe van worden: ‘Is het nu nóg niet opgelost?’ ‘Kunnen leerlingen nou nog stééds niet lezen?’ ‘Wéér negatieve berichten in de krant over de onderwijskwaliteit…’.
Respect en aanzien
Al deze berichten helpen niet mee om het imago van de leraar te verbeteren. En we kampen al met een groot tekort. Om dat op te lossen is er behalve geld ook nog zoiets nodig als een eervolle status: als leraren respect verdienen, als lesgeven wordt beschouwd als een vak waar je voor moet leren, als het beroep meer aanzien krijgt en Nederland weer bij de top hoort, zal het aantrekkelijker zijn voor jongeren om het onderwijs in te gaan. Naast een fijn salaris dat in verhouding staat met de werkzaamheden en waarvan je goed rond kunt komen, helpt het ook mee wanneer je als jongere een studie volgt waarbij je serieus wordt genomen, waarbij je de diepte in gaat als het gaat om theoretische en vakinhoudelijke kennis. Datzelfde geldt voor het beroep zelf: leraar of vakdocent zijn verdient respect. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: lesgeven is een ambacht. Lesgeven is een vák.
Toch blijft respect en aanzien vaak uit. Niemand kan zomaar een loodgieter vervangen, niemand kan invallen als arts wanneer je hier niet voor hebt geleerd. Niemand werkt zonder enige ervaring als dakdekker of als professioneel fotograaf. Maar voor de klas staan zonder enige vooropleiding en ervaring, gebeurt met regelmaat. Nu zou je kunnen denken: we kunnen niet anders, want er is immers dat grote tekort. Maar het is water naar de zee dragen. Zolang we leerlingen in Nederland belabberd onderwijzen in basisvaardigheden en zolang het imago van de leraar niet verbetert, blijven we kampen met grote tekorten. En weet je wie er aan zet zijn om dat imago te verbeteren? De leraren zélf.
Vakmanschap
Als leraren hun vak serieus nemen, lezen ze veel vakliteratuur en verdiepen ze zich in hoe leren werkt en hoe basisvaardigheden zo effectief mogelijk aangeleerd kunnen worden. Als ze hun vak serieus nemen, stoppen ze met lesgeven vanuit arme teksten waarin amper diepte waar te nemen is en domeinkennis uitblijft. Als leraren hun vak serieus nemen, staan ze op om hun stem te laten horen en geven ze aan dat ze lesmethodes verwachten waarin evidence-informed aanpakken een grotere rol spelen en eisen ze handleidingen die hen effectief door lessen heen helpen. Of ze staan op en creëren zélf kennisrijk onderwijs, waarbij leerlingen in de lessen middels effectieve didactiek worden geactiveerd en betrokken.
Je kunt dit opvatten als een eenzijdige opdracht voor de leraar of lezen alsof de schuld bij hen ligt. Maar niets is minder waar. Ik ben zélf leraar, en weet heus: er is meer nodig. De opleidingen spelen een belangrijke rol, en onderwijsbeleid móet beter. Ik weet: we lossen het niet ‘zomaar’ op. Wel is het zo dat leraren invloed kunnen uitoefenen op de leerprestaties van leerlingen. Ook wanneer het landelijke beleid rammelt, kan op microniveau het verschil worden gemaakt: een schoolteam op een school en een leraar in het klaslokaal. Als leraren dat nu eens in groten getale doen en hun vakmanschap onder de loep nemen, kunnen we over drie jaar hopelijk op zijn minst een glimlach produceren als de nieuwe PISA-resultaten worden gepresenteerd.
Tijd om te beginnen
Want een derde van de 15-jarigen is momenteel potentieel laaggeletterd en we bungelen onderaan de lijst met OESO-landen die deelnamen aan de PISA-onderzoeken (Meelissen et al, 2023). Ik wil echt niet beweren dat morgen alles is opgelost, want we zitten in de problemen. Maar dat leerprestaties, onderwijskwaliteit en het imago van de leraar met elkaar samenhangen staat buiten kijf. In positieve zin is dit al zichtbaar: uitzonderlijk goede scholen krijgen een podium. Je ziet dat effectieve leraren willen profileren en van zich laten horen op congressen als ResearchED en op sociale media. Dat mag niet gezien worden als uitblinkersgedrag of arrogantie, we moeten die scholen en leraren juist beschouwen als rolmodellen waar we veel van kunnen leren. Want die ene goede leraar verandert niet de PISA-resultaten of het imago van het beroep. Maar als we op grotere schaal werken aan dat vakmanschap en de leerlingenresultaten weten te verbeteren, zou de bijvangst weleens kunnen zijn dat leraar worden weer aandacht trekt bij jongeren en het beroep het aanzien krijgt dat het verdient.
Lieve leraar, doe je mee?
Het duurt nog jaren, maar we moeten hoop houden, niet stilzitten en oplossingen niet uitstellen. Van kwaliteit op microniveau naar macroniveau: het was al vijf over twaalf in plaats van vijf voor twaalf. Tijd om te beginnen. Lieve leraar, doe je mee?
Bronnen
Inspectie van het Onderwijs (2023). Rapport De Staat van het Onderwijs 2023.
Meelissen, M. R. M., Maassen, N. A. M., Gubbels, J., van Langen, A. M. L., Valk, J., Dood, C., Derks, I., In ’t Zandt, M., & Wolbers, M. (2023). Resultaten PISA-2022 in vogelvlucht. Universiteit Twente.