Er is de laatste tijd veel aandacht voor rijke teksten in de lessen. Deze teksten kenmerken zich door hun bovengemiddelde lengte, grotere mate van tekstcomplexiteit en het gebruik van niet alledaagse woorden. Kinderen leren hier meer van, dan van de korte en taalarme teksten. Behalve rijke teksten zou iedere les ook rijke instructietaal moeten bevatten. Toch zijn veel lesmethodes helaas taalarm en is schooltaal vervangen door kindertaal. In dit artikel geef ik enkele praktische tips om je lessen te versterken door het gebruik van rijke instructietaal.
Schooltaal
Schooltaal is de taal die wordt gebruikt door leerkrachten en in leerboeken om de leerstof uit te leggen. Het wijkt af van de alledaagse taal die kinderen thuis en met elkaar spreken, omdat het specifieke woorden bevat die bijdragen aan het begrijpen van de leerstof (Boschen, 2022).
Voorbeelden van schooltaal zijn: quotiënt (rekenen), interpunctie (taal), renaissance (geschiedenis), migratie (aardrijkskunde) en loofbomen (biologie). Naast deze specifieke woorden bevat schooltaal ook breder toepasbare woorden, zoals bijvoorbeeld: samenvoegen, bepalen, verklaren, interpreteren en toepassen. Deze woorden worden doorgaans niet in alledaagse taal gebezigd.
Voor vrijwel alle kinderen wijkt de schooltaal af van de thuistaal, maar voor sommige leerlingen is dit verschil groter dan voor andere (Hootsen, 2005). Zonder voldoende beheersing van schooltaal profiteren leerlingen onvoldoende van de instructie door de leerkracht. Ook kunnen ze dan moeilijker spreken en nadenken over de leerstof. Dit belemmert hun leerontwikkeling. Daarom heeft het Ministerie van Onderwijs een goede beheersing van schooltaal opgenomen in de kerndoelen.
Figuur 1 Aandacht voor schooltaal in de kerndoelen
Lesdoelen verrijken met schooltaal
Je kunt natuurlijk schooltaal onderwijzen in aparte woordenschatlessen, maar het is beter om dit te doen tijdens de lessen die je toch al geeft. Dit scheelt onderwijstijd, maar hierdoor wordt schooltaal bovendien in een betekenisvolle context aangeleerd en toegepast, bijvoorbeeld tijdens de reken- en taallessen. Probeer daarom in iedere les twee of drie nieuwe woorden aan te leren die verband houden met de lesinhoud.
Veel taal- en rekenmethodes bevatten te weinig uitdagende woorden of hebben de schooltaal vervangen door kindertaal. Bekijk daarom kritisch het lesdoel in de handleiding en verrijk dit met schooltaal. Ik laat dit zien aan de hand van een reken- en taalles.
Figuur 2 Lesdoelen verrijken met schooltaal
Door het gebruik van kindertaal zoals ‘grote keersommen’ en ‘plakwoorden’ willen uitgevers van methodes aansluiten op de leefwereld van leerlingen en hopen ze abstracte begrippen meer betekenisvol te maken. Maar deze denkwijze gaat mank.
Door geen schooltaal aan te bieden worden leerlingen opgesloten in hun eigen kleine leefwereld in plaats dat deze wordt vergroot. De Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein formuleerde dit treffend: “De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld.” Echt begrip ontstaat ook niet door eenvoudigere woorden te gebruiken, maar door de moeilijke woorden goed uit te leggen en te gebruiken in de betekenisvolle context van een les waarin deze woorden nodig zijn.
Woordbetekenissen onderwijzen
Nu je het lesdoel hebt verrijkt met schooltaal, ga je deze woorden onderwijzen in je les door middel van directe instructie. Schrijf de woorden op je bord en lees ze hardop voor. De visuele ondersteuning van de schrijfwijze helpt bij het juist uitspreken. Stel je maar eens voor dat je zelf een lastig woord als ‘pyroclastica’ of ‘parallellepipedum’ zou moeten leren. Het helpt als je het woord niet alleen hoort, maar ook ziet.
Laat de woorden nazeggen door de leerlingen en leg daarna in een korte zin uit wat de betekenis ervan is. Laat ook deze betekeniszin nazeggen en herhaal dit enkele malen. Het helpt om de woorden te voorzien van een gebaar om het onthouden en begrip ervan te versterken (Federico, 2017). Directe instructie draagt in hoge mate bij aan het vergroten van de woordenschat en aan een dieper begrip (Flynt & Brozo, 2008).
Figuur 3 Schooltaal onderwijzen in de rekenles.
Door middel van bordwerk verduidelijk je het begrip van het woord nog verder, want echt diep woordbegrip ontstaat niet door het uit het hoofd leren van een definitie, maar door het woord te horen en zien in de betekenisvolle context van de instructie over de lesinhoud en in samenhang met andere relevante woorden.
Gebruik de woorden veelvuldig en doelbewust tijdens het uitwerken van voorbeelden op je bord. Bouw het bordwerk langzaam op en laat leerlingen het overnemen, zodat ze de woorden niet alleen nazeggen maar ook overschrijven. Door verschillende ingangen aan te spreken, namelijk auditief en visueel, onthouden ze de woorden beter.
Figuur 4 Schooltaal onderwijzen in de taalles.
Leerlingen de woorden laten gebruiken
In veel lessen gebruikt de leerkracht wel schooltaal, maar gebruiken de leerlingen deze woorden zelf niet. Als leerlingen de woorden alleen horen maar niet gebruiken, dan is de kans klein dat ze deze ook daadwerkelijk leren. Bedenk daarom oefeningen waarbij de leerlingen de woorden zelf moeten gebruiken in de betekenisvolle context van de les.
Laat ze bijvoorbeeld aan hun hun schoudermaatje uitleggen hoe 4 x 16 moet worden uitgerekend laat ze daarbij de woorden ‘vermenigvuldigen’, ‘tientallen’ en ‘eenheden’ gebruiken. Geef de opdracht om aan elkaar uit te leggen hoe jij van twee zinnen één zin hebt gemaakt en laat ze hierbij de woorden ‘samenvoegen’ en ‘voegwoord’ gebruiken. Door leerlingen met elkaar te laten spreken, gebruiken ze de woorden bovendien in hele zinnen in plaats dat ze deze enkel nazeggen en overschrijven.
Stel ook veel vragen over de leerstof en laat in de antwoorden opnieuw de schooltaal gebruiken, bijvoorbeeld:
- Hoeveel eenheden bevat het getal 18?
- Wat is een ander woord voor ‘keer’?
- Hoeveel is de 1 waard in het getal 18?
- Hoe heet het woord waarmee je twee zinnen samenvoegt?
- Wat kun je doen met het woordje ‘en’?
- Hoe voeg je twee zinnen samen?
Vraag de leerlingen tot slot om nieuwe voorbeelden in eigen woorden op te lossen en te verklaren aan bijvoorbeeld hun schoudermaatje. Je kunt ook de ene leerling van ieder tweetal vragen om de aanpak te verwoorden en de andere leerling deze verwoording laten meeschrijven. Op deze manier stimuleer je het praten over de leerstof, het verwoorden van de aanpak en het actief gebruiken van schooltaalwoorden.
Resumé
Door in taalarme lesmethodes kindertaal te vervangen door schooltaal en deze expliciet te onderwijzen in de lessen waarin deze woorden moeten worden gebruikt, wordt de leefwereld van kinderen vergroot en worden ze in staat gesteld om te spreken en na te denken over de leerstof. Iedere les is een woordenschatles.
Geraadpleegde bronnen
- Boschen, J. (2022). Components of Academic Language. Verkregen op 03-06-2023 via com/components-of-academic-language.
- Eerde, H. A. A. van, & Hajer, M. (2009). The integration of mathematics and language
- learning in multiethnic schools. In M. César & K. Kumpulainen (Eds.), Social interactions in multicultural settings (pp. 269-296). Rotterdam/Taipei: Sense Publishers.
- Federico, L. (2017). Gestures for the K012 classroom. Fowler: Dataworks Educational Research.
- Hootsen, G. (2005). Schooltaal thuis: een meervoudige casestudy naar het taalaanbod van moeders in interactie met hun driejarig kind. Scriptie Universiteit van Tilburg.
- Flynt, E., & Brozo, W.G. (2008, March). Developing Academic Language: Got Words?. The Reading Teacher, 61(6), 500’502. Verkregen op 03-06-2023 via org/article/developing-academic-language-got-words.
Tekst: Marcel Schmeier
Illustraties: Ruud Bijman
Marcel schreef dit artikel
voor JSW, september 2023.
Neem een abonnement op JSW
om nog meer interessante artikelen te lezen.